Dit bericht is afkomstig van Domien Zimmerman gedateerd 28 november 1944 in zijn functie als beheerder van het Districtskantoor Staatsbedrijf der Posterijen te Rotterdam Zuid. Dit is een broer van mijn moeder. Het was hem bekend, dat mijn vader in de Gen. van Heutzkazerne in Kampen verbleef. Mijn vader was een en al lof over de Kampense bevolking. Zie zijn laatste briefkaart van 18 november 1944 met de aanhef : Lieve vrouw en kinderen.

Citaat Henk Bender  uit zijn dagboek

"We worden in de stal van de van Heutzkazerne te Kampen geborgen. Met de ruimte is het nog slechter als de eerste nacht in de schuit. Bij het binnenkomen heeft één van de S.S. me een flinke schop willen geven. Dat lukte niet omdat ik te hard liep. Maar wel schopte hij mijn bord kapot wat ik in mijn tas heb. Wanneer ik kans had, had ik dat jong graag met mijn handen open gepeuterd. Er wordt binnen weer eten uitgedeeld maar daar grijp ik weer naast. Het wordt hier een vreselijke nacht. In een hoek is ruimte gemaakt, daar liggen er een paar te sterven. Zo nu en dan krijgt iemand een zenuwtoeval. Het geschreeuw en gekerm is zo nu en dan net als ik het me van een slagveld voorgesteld had. Om 10.00 uur is er warm eten gekomen. De mensen die vandaag nog niets gehad hebben zitten allemaal apart. Als de ketel met eten daarbij komen , is het net op. Dus ik grijp er weer naast "

Einde citaat Henk Bender

Memorandum van Domien Zimmerman , broer van mijn moeder.