Der Inhalt dieser Website ist urheberrechtlich geschützt! ©
Le contenu de ce site est protégé par le droit d'auteur ©
De inhoud van deze website is copyright ! ©
The content of this website is copyright ! ©

 

 

Hendrik Willem Gaertman

 

Foto Hendrik Willem Gaertman Jr.

Het Arbeitserziehungslager Augustaschacht ( AEL) te Ohrbeck op ca 8 km van Osnabrück

Ten zuidwesten van Osnabrück ligt, nog zichtbaar vanuit de stad, een heuvelrijen de naam  Hüggel  die omgeven is door drie                        gemeenten : Georgsmarienhütte , Hagen en Hasbergen. Dat in dit heuvelgebied vroeger veel mijnbouw heeft plaatsgevonden , is nu              nog te zien aan de vele oude steengroeven en mijngangen. In de 19e eeuw nam Klöckner-Werke Georgsmarienhütte de exploitatie van de ertsen uit de Hüggel over en bouwde voor dat doel in de buurt van de berg een aantal industriecomplexen en legde tevens spoorverbindingen aan. Aan de noordzijde van de Hüggelschlucht, omgeven door een klein bos, staat één van die gebouwen. Het is een soort groot fabrieksgebouw, dat direct naast de Hüttenbahn, de spoorverbinding naar Osnabrück ligt : de Augustaschacht, het oude pomphuis aan de Hüggel.


Aan de linkerzijde het gebouw Augustaschacht ( Arbeitserziehungslager ) waar de dwangarbeiders werden ondergebracht. De verkoolde boomstammen die werden bevestigd aan het gebouw behoren tot het kunstwerk van de Duitse kunstenaar Volker Trieb. Mahnmal is een Duits woord met ongeveer de betekenis : waarschuwend of vermanend monument. Het is een combinatie van mahnen ( vermanen ).

 

Foto Hendrik Willem Gaertman Jr.

Foto Hendrik Willem Gaertman 28-01-2007

Het Mahnmal , je wordt als het ware gemaand / gewaarschuwd , let op ! Dit is een kunstwerk van de Duitser Volker Trieb. Links boven in het gebouw van het Arbeitserziehungslager  "Augustaschacht" was de zogenaamde ziekenboeg , geen verpleging , geen dokter , wel martelingen op een stalen plaat tot de dood er op volgt. Normaliter gesproken kwam er geen mens meer levend uit !  

Citaat : documentatiegroep40-45.nl

 DWANGARBEIDERS NEDERLAND - WO II Arbeitserziehungslager (AEL) door Alexander van Gurp © 

 

Uitvoering van de doodstraf - AEL DRACHENSEE (ook bekend als KZ Hassee), Kiel (1944)(Tekening naar beschrijving, door Margaretha van Gurp, 1948) 

 

Het Arbeitserziehungslager

 

Vraag de gemiddelde Nederlandse burger welke kampen er tijdens de tweede wereldoorlog in Duitsland bestonden en in negen van de tien gevallen zal het antwoord zijn: "concentratiekampen." Na een aanmoediging en wat nadenken, zal hier dan misschien aan toegevoegd worden: "... en arbeidskampen; m'n broer zat daarin." Als je dan vraagt: "en Arbeitserziehungs-lagers; hebt u daar ooit van gehoord ?" danzult u waarschijnlijk een verbaasde blik tegemoet komen. Deze onbekendhied komt niet omdat er niet genoeg van deze kampen bestonden. Naar een als betrouwbaar bekendstaande bron bestonden er 106 Arbeitserziehungslager (AEL), terwijl een andere bron het over een groter aantal heeft. Niemand schijnt zeker te weten hoeveel er werkelijk bestaan hebben, maar dat het een groot aantal was, is wel duidelijk. Wat is dan de oorzaak van deze algemene onwetendheid betreffende AEL? Er zijn waarschijnlijk een aantal redenen waarom er in Nederland zo weinig is gesproken of gepubliceerd over AEL.

 

Er is zeker geen gebrek aan na-oorlogs historisch onderzoek en documentatie van Duitse oorsprong. Het is ook niet omdat er minder Nederlanders naar deze kampen gestuurd werden dan dwangarbeiders van andere nationaliteiten. Dodenlijsten, voor zover deze tegen het eind van de oorlog niet vernietigd waren, tonen aan dat dit beslist niet het geval was. De hoofdreden voor deze onwetendheid ligt ongetwijfeld in het feit dat het onderwerp "dwangarbeiders" na de oorlog nooit erg populair geweest is in Nederland en ook, omdat de gevangenen in deze kampen er naar toegestuurd werden vanuit Duitse werkkampen, meestal via een of andere strafgevangenis, en niet direct vanuit hun woonplaats in Nederland, zoals het geval was voor gevangenen in concentratiekampen.

 

Het verschil was dus tussen: "mijn zoon zit in Duitsland," en "zij zit in een concentratiekamp." Dit kwam natuurlijk ook omdat de in Nederland wonende familie niet te weten kwam dat hun zoon of broer gevangen zat. Alleen het uitblijven van brieven wees er op dat er iets aan de hand was, tenzij vrienden van de gevangene het initiatief namen de familie te verwittigen. Dat zelfs veel dwangarbeiders nooit gehoord hadden van AEL terwijl ze in Duitsland waren, komt door het feit dat deze kampen tijdens de oorlog meer bekend stonden als "Straflager" of "Straferziehungslager", zelfs in officiele documenten. Andere namen waren: "Erziehungslager", "Sonderlager", "Polizeistraflager", "Zwangsarbeitslager." Een ex-gevangenene vertelde dat hij aanvankelijk niet wist waar men het over had toen hij voor 't eerst de beduiding AEL tegen kwam bij het lezen van Karel Volder's boek over dwangarbeiders, meer dan 40 jaar na de oorlog. 

 

 

Ex-gevangenen van AEL hebben het altijd erg moeilijk gevonden over hun ervaringen te spreken, hetgeen ook verklaart waarom zo weinig in Nederland gepubliceerd is. Velen hebben psychologisch erg geleden als gevolg van hun ervaringen. Eerst nu de meesten de leeftijd van 70 jaar gepasseerd zijn en velen, doch niet allen, hun lijden enigszins hebben kunnen verwerken, beginnen sommige tongen los te komen. Het is niet waarschijnlijk dat ze ooit iets over deze periode van hun leven vergeten hebben.   Hoe het allemaal begon en waarom "Als je eenmaal in een straflager gezeten hebt, doe je alles om er nooit meer terug te komen," schreef een ex-gevangene na zijn ontslag uit zo'n kamp en daarmee was, in dit geval tenminste, het doel bereikt. In 1941 maakte Himmler de eerste officiele richtlijnen voor AEL bekend, ofschoon over het algemeen kampen in Hinzert, Vicht, Homburg en Bergzabern beschouwd worden als de eerste AEL. Deze kampen werden in 1939 opgericht, zes jaar na Dachau, dat tot stand kwam ongeveer twee maanden na de "machtsoverdracht." In deze eerste AEL waren personen ondergebracht die werkten voor de Organisation Todt (OT), een semi-militaire organisatie, die de verantwoordelijkheid had voor de Duitse Rijksarbeidsdienst en betrokken was bij het bouwen van verdedigingswerken, zelfs al voor het begin van de tweede wereldoorlog. De erbarmelijke toestanden in Hinzert waren een voorproefje van wat op komst was in andere kampen. Met het bouwen van nog 6 kampen in 1940 werd het bestaan van het AEL een feit. In zijn bekendmaking verklaarde Himmler dat AEL bestemd waren voor werkcontractverbrekers en leeglopers, of zij die het werkmoraal bedreigden en dat deze kampen tegelijkertijd moesten dienen als een afschrikbaar en waarschuwend voorbeeld voor anderen. Het AEL zou niet voor politieke gevangenen bedoeld zijn, volgens de officiële positie.

 

Deze richtlijnen en andere, die te maken hadden met de maximale duur van het verblijf in een AEL, bleken al spoedig niet veel betekenis te hebben. Weldra zouden politieke overtuiging en rassenonderscheid ook redenen voor gevangenneming worden.  AEL waren anders dan concentratiekampen in dit opzicht, dat ze niet gevoed werden door politieinstanties, zoals de Gestapo (Geheime Staatspolizei) maar door industrie, ondanks het feit dat ze tot het eind van de oorlog onder toezicht en leiding van de Gestapo stonden. Ook de verhoren en ondervragingen werden door de Gestapo verricht. Deze kampen waren bestemd om problematische arbeiders, hoofdzakelijk buitenlandse dwangarbeiders, maar ook Duitsers, in toom te houden en te verbeteren en, naar verluidt, niet om ze te straffen. Vandaar de officiele naam Arbeitserziehungslager en niet Straflager, zoals de gevangenen deze kampen kenden.. Het zou moeilijk geweest zijn de gevangenen er van te overtuigen dat ze niet gestraft werden, maar alleen opgevoed! De bedrijfsleiding en niet de Gestapo nam dus de eerste stap. De bedrijfsleiding was de aanklager en rechter die de arbeider arresteerde en veroordeelde om hem dan aan de Gestapo over te leveren voor de uitvoering van het vonnis, zonder hem te laten weten wat de aanklacht of waartoe hij veroordeeld was. Als een arbeider door de bedrijfsleiding onder meer als arbeidscontractverbreker, leegloper of saboteur beschouwd werd, was het AEL de plaats waar hij of zij (er zaten ook vrouwelijke gevangenen in AEL) opgevoed kon worden, zoals men bij voorbeeld de motor van een auto afstemt, als die niet meer goed werkt. Dat de methode effectief was, blijkt wel uit de bovenstaande aanhaling.

 

Ook moest het AEL dienen als afschrikking voor andere arbeiders, na de terugkomst van een van hun geradbraakte vrienden. Ofschoon het bedrijf er niet bij gebaat was arbeiders kwijt te raken, beschouwde men short-term pain for long-term gain een goede investering. Om het bedrijfsleven niet al te zeer te benadelen werd oorspronkelijk bepaald dat de tijdsduur van de gevangenschap niet meer dan 56 dagen mocht zijn. Men nam aan dat dit lang genoeg was om iemand weer in het gareel te krijgen. In sommige gevallen kon die tijdsduur zelfs verkort worden. Daar tegenover stond dat, als het opvoedingproces in 56 dagen niet voltooid was, de tijdsduur nog drie maal verlengd kon worden met 56 dagen elke keer. Verlenging was de regel; verkorting de uitzondering. In praktijk bestond er geen tijdsbeperking voor de gevangenschap. Als het bleek dat een geval hopeloos was en de gevangene onverbeterbaar, dan werd zo'n persoon doorgestuurd naar een concentratiekamp voor een onbeperkte tijd. Joodse AEL gevangenen werden over het algemen niet vrijgelaten, maar doorgezonden naar concentratiekampen. 

 

Als compensatie voor de korte tijdsduur moesten de werk- en levensomstandigheden in het AEL van dien aard zijn dat het gewenste doel toch bereikt zou worden. Het hoofd van de veiligheidsdienst, Kaltenbrunner, verklaarde dit in mei 1944 als volgt: "Zunächst darf ich feststellen dasz die Arbeitserziehungslager alles andere als ein Erhohlungsaufenthalt sind. Die Arbeitsbedingungen und Lebensverhältnisse für die Insassen sind im allgemeinen härter als in einem Konzentrationslager. Dies ist notwendig, um den gewünschten Zweck zu erreichen und möglich, da die Unterbringung der einzelnen Schutzhäftlinge im allgemeinen nur einige Wochen, höchstens Monate dauert." (Om te beginnen moet ik zeggen dat de Arbeitserziehungslager geenszins vakantieoorden zijn. De arbeids- en levensomstandigheden in een AEL zijn over het algemeen zwaarder dan die in een concentratiekamp. Dit is nodig om het gewenste doel te bereiken, en het is bovendien mogelijk omdat het verblijf van de individuele gevangenen in een AEL in het algemeen niet langer dan enkele weken, hoogstens een paar maanden duurt.)  

 

Levens- en arbeidsomstandigheden in het AEL Als men de vele verhalen van ex-AEL-gevangenen en na-oorlogse verklaringen van kampbewakers en andere getuigen hoort of leest, is het wel duidelijk dat Kaltenbrunner gelijk had. Men had er niet meer dan twee maanden voor nodig om tot vel over been gereduceerd te worden. Het was niet ongebruikelijk om in die tijd zo'n 20 kilo af te vallen. Een typisch rantsoen bestond uit twee boterhammen en een halve liter koolsoep per dag en soms een kroes koffie. Ziekenverzorging was afwezig of zo minimaal dat het niets betekende. Als een gevangene te ziek was om te werken was hij ook te ziek om te eten, was vaak het motto. Zieken stierven ter plaatse zonder medische hulp ontvangen te hebben. Aframmelingen met houten of rubber knuppels was een dagelijks gebeuren, zelfs voor de kleinste kleinigheden. Een Nederlander die zo'n aframmeling onderging, had de lidtekens nog op z'n rug toen hij twee maanden later bij een dokter kwam die hem het advies gaf te zorgen niet weer in een strafkamp terecht te komen, omdat hij dit dan niet zou overleven. Doodvonnissen werden op soortgelijke methode uitgevoerd, dat wil zeggen, gevangenen werden letterlijk doodgeslagen. Ook ophangen of de kogel waren gebruikelijke methoden voor het uitvoeren van de doodstraf, waarbij de andere gevangenen dan moesten toezien om er de schrik in te jagen.

 

Het is geen wonder dat, ondanks de betrekkelijk korte gevangschapsduur, in de meeste kampen 10-25% van alle gevangenen omkwamen. Werk was zwaar en werkdagen lang: 12 uur per dag, 7 dagen per week. Een typische dag: opstaan om half vijf; appel om vijf uur; naar het werk om half zes; werken van 6 tot 6. Het werk hing af van de plaatselijk behoefte. In Lager 21 bij de Hermann Göring Werke bestond het bij voorbeeld uit het kapot slaan en laden van hete slak, een product bestaande uit as en sintels van steenkool en ijzererts. In Kiel was het puinruimen na bombardementen. Hierbij werd het werk met de hand verricht, altijd onder toezicht van gewapende bewakers.

 

In andere kampen was er graafwerk, betonwerk bij het bouwen van bunkers, werk bij het leggen van spoorlijnen, of ander soortgelijk zwaar werk. De "werkgevers" hadden zodoende goedkope werkkrachten, zelfs na betaling van minimale loonkosten aan de Gestapo. Werkkleding en veiligheidskleding en -schoeisel waren natuurlijk niet bekend. Hygiene was jammerlijk: gevangenen zaten van onder tot boven onder luizen, een van de ergste kwalen die men kan ondergaan, dag in, dag uit; wasgelegenheden waren altijd onvoldoende. In sommige kampen waren douches onbekend. Veelal droegen de gevangenen dezelfde onder- en bovenkleding gedurende hun gehele gevangenschapstijd, zonder de gelegenheid te hebben deze te wassen. De omstandigheden waren zo afschrikwekkend dat een gevangene later schreef: "Toen ik in Kiel zag dat er 3 kameraden opgehangen werden, heb ik wel gedacht: 'ik wou dat ik daar hing!' Ik heb er vaak verlangd te sterven."   Medische verzorging De medische verzorging in het AEL was catastrofaal. Alleen al in de periode januari 1942 - januari 1943 stierven in Lager 21, dat gelegen was tussen Hallendorf en Bleckenstedt, 720 gevangenen.

 

In Nordmark bij Kiel stierven in een jaar, tussen mei 1944 en het eind van de oorlog, 500 mensen, een kwart van alle gevangenen gedurende die periode. In Lahde, dat een capaciteit had van 700 gevangenen, kwamen 800 personen om het leven in 22 maanden; in Grossbeeren in het Duits-Luxemburgse grensgebied meer dan 1000 tussen 1942 en 1945. In Wuhlheide bij Berlijn kwamen 3000 van de 30.000 gevangenen om het leven. Als kampartsen in Lager 21 fungeerden gewoonlijk artsen die verbonden waren aan de SS-Junkerschule te Braunschweig. In Drachensee bestond in het geheel geen medische verzorging. Zij die te ziek waren om te werken, bleven in het kamp, zonder eten, zodat men liever ziek werkte dan binnen bleef. Het gevolg was dat gevangenen ter plaatse stierven. In buitengewone gevallen werd een ernstig zieke gevangene weggevoerd; niemand wist waarheen. Vanaf de herfst van 1942 tot maart 1943 werden vanuit kamp Amersfoort contractbrekers en werkweigeraars naar Lager 21 overgebracht. In maart 1943 maakte Fritz Schmidt, de Beauftragte des Generallbevollmächtigten für Arbeitseinsatz, aan deze verbanning naar dat kamp een einde. Het sterftecijfer was er te hoog. Niet alleen werden de gevangenen lichamelijk klein gemaakt, ook geestelijk was er na een paar weken niet veel meer van hen over. Een gevangene van Drachensee leed geruime tijd aan pleuris, zonder dit te weten. De bijna ondraaglijke rugpijn verwijtte hij aan spierpijn. Later dacht hij een "kou" te hebben. Zijn werkelijke conditie werd pas later vastgesteld, na ontslag uit het kamp. Hij schreef later over zijn geestelijke en lichamelijke toestand:  "Eindelijk, na drie maanden, werd 's avonds bij de indeling mijn naam afgeroepen om aan te treden bij "transport." Dit kon van alles betekenen, onder meer overplaatsing naar een concentratiekamp. Dat ook de mogelijkheid van ontslag daarbij was, drong niet meer tot me door. Alles bleef me ijskoud, zelfs toen ik de volgende dag de mededeling kreeg ontslagen te worden. Ik was volkomen apatisch geworden. Terug in het arbeidskamp zakte ik ineen. Ik kon niet meer lopen of staan."   Slachtoffers van Arbeitserziehungslager Voor de komst van de geallieerden werden documenten in de meeste kampen grotendeels vernietigd, zodat het niet mogelijk is nauwkeurig na te gaan hoeveel gevangenen in elk van de meer dan 100 AEL omgekomen zijn. Voor sommige kampen zijn deze getallen bekend uit de registers van begraafplaatsen of gemeentelijke registers. Volgens beschikbare overlijdingsakten kwamen in Lager 21 minstens 49 met name genoemde Nederlanders om het leven: in 1941 twee; in 1942 negen; in 1943 zes; in 1944 twintig; in 1945 twaalf. In de meeste gevallen worden de doodsoorzaken vermeld in de gebruikelijke terminologie: hartzwakte, totale uitputting, longontsteking, TBC, darminfecties.

 

In juli 1943 werden twee mannen van resp. 44 en 48 jaar "auf der Flucht erschossen." In "Erziehung" ins Massengrab vermeldt Detlef Korte het Eichhof begraafplaatsregister als bron van namen van personen die in Nordmark omkwamen, tussen mei 1944 en mei 1945. Op de lijst van 419 doden gedurende dat jaar, komen de namen van 17 Nederlanders voor. Het merendeel bestaat uit namen van personen uit de Sovjet Unie (184) en Polen (140); verder van personen uit Frankrijk (36), Duitsland (15), Italie (9), Tsjechoslowakije (6), Belgie (3), Joegoslavie (3), Denemarken (2), Luxemburg (1), Griekenland (1), Spanje (1) en een van onbekende nationaliteit. De oudste persoon op deze dodenlijst was 68 jaar, een Duitser. Onder de doden bevonden zich 3 jongens van 15 jaar, 4 van 16 jaar en 2 meisjes van dezelfde leeftijd. Deze kinderen waren afkomstig uit de Sovjet Unie en Polen en ook zij hadden ongetwijfeld ouders, die zich afgevraagd moeten hebben wat er met hun kinderen gebeurd kon zijn. Het monument dat na de oorlog werd opgericht op de plaats waar Nordmark eens stond, staat dat het aantal "vermoorden" 500 bedraagt. Wat het aantal in Arbeitserziehungslager omgekomen Nederlanders betreft, is het moeilijk tot algemene conclusies te komen. Volgens verschillende officiele bronnen (Amerikaanse en Duitse) vertegenwoordigden Nederlanders ongeveer 5% van alle dwangarbeiders tijdens de tweede wereldoorlog. In Nordmark waren 4,1% van de peronen die op de dodenlijst voorkomen van Nederlandse afkomst. Daar tegenover staat dat in AEL Lahde dit percentage 14,5 is! In Groszbeeren echter maar 1,5%. In dit kamp was het merendeel van de doden van Sovjet of Poolse afkomst: 56% van alle doden. 

 

Einde Citaat : documentatiegroep40-45.nl

 DWANGARBEIDERS NEDERLAND - WO II Arbeitserziehungslager (AEL) door Alexander van Gurp © 

 

 

Tijdens mijn 3 daags bezoek ,op verzoek van Duitse autoriteiten  aan Osnabrück en omgeving , kwam bij Klöckner Werke in Georgmarienhütte deze tekening te zien van een reconstructie van een aantal lagers rondom Osnabrück wat men tot op dit moment  heeft kunnen traceren. Foto : H.W.Gaertman

Op deze kaart is een voorlopige reconstructie te zien van het aantal lagers wat men in de omgeving van Osnabrück tot op heden heeft kunnen achterhalen.

De rode vierkantjes zijn Fremdarbeiter / Innenlager

De groene vierkantjes zijn Strafgefangenlager

De blauwe vierkantjes zijn Kriegsgefangenenlager

De gele vierkantjes zijn Konzentrationslager

Het ronde oranje teken met daarin de A vermelding staat voor Arbeitserziehungslager/ Arbeitszuchtlager

Het rode vierkant met de J vermelding staat voor SpezielleArbeitslager voor Joden

 

 

 

Fremdarbeiter / Innenlager ( De rode vierkantjes ) is een term die historisch gezien werd gebruik in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het verwijst naar buitenlandse arbeiders die door de nazi's werden ingezet om te werken in Duitse fabrieken en industrieën.  Deze arbeiders kwamen uit verschillende landen en werden vaak onder dwang tewerkgesteld.

 

Strafgefangenlager (De groene vierkantjes )  voor enig inzicht dient te worden verwezen naar www-gemeide--merzenich-de.translate.goog

Zie de tentoonstelling "Tegen het vergeten van het gevangenkamp in de bosbouw". Het verhaal van het gevangenkamp op het treinstation mag niet vergeten worden. De gemeent Merzenich exposeerde in maart 2018 , in samenwerking met mevrouw Josefine Pütz en de heer Ulrich Titz, rapporten en exposities over dit onderwerp in de vergaderzaal van de gemeente Merzenich.

 

Kriegsgefangenenlager ( De blauwe vierkantjes ) is uiteindelijk een Krijgsgevangenenkamp. Dit is een gevangenis , vaak in de vorm van een kazernekamp , voor vijandelijke soldaten ( krijgsgevangenen ) die tijdens en onmiddellijk na een oorlog zijn gevangengenomen.

 

Konzentrationslager de gele vierkantjes . Het concentratiekamp Herzogenbusch was tijdens de Tweede Wereldoorlog  het enige              SS-concentratiekamp buiten nazi-Duitsland. De permanente tentoonstelling "Gedenkteken concentratiekamp Vught" geeft een persoonlijke dimensie aan een aantal historische gebeurtenissen. Ze worden verteld aan de hand van individuele verhalen ( 32000 ) van mensen van meer dan 30 nationaliteiten. Hun verhalen blijven.

De voormalige executieplaats van Kamp Vught ligt op loopafstand van het museum , verscholen in het bos. Op deze locatie is een monument opgericht voor de 329 mannen die hier zijn geëxecuteerd. De wandelafstand bedraagt ongeveer 2,5 kilometer.

 

Arbeitserziehungslager  ( Het ronde oranje teken met daarin de A vermelding staat voor Arbeitserziehungslager / Arbeitszuchtlager ).    Deze lagers werden door de nazi's ingesteld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Omdat er veel weerstand bestond tegen de dwangarbeid werden zogenaamde Arbeitserziehungslager  ingericht. Dwangarbeiders die weigerden te werken , probeerden te vluchten  of verdacht werden van sabotage  werden voor onbepaalde tijd naar deze opvoedingskampen gestuurd. Opvoedingskampen is hier een veel te mooi woord. Het was nog erger dan een concentratiekamp. Het arbeitserziehungslager "Augustaschacht" is daar een goed voorbeeld van !

 

Het rodevierkant met de J vermelding staat voor SpezielleArbeitslager voor Joden. De bekendste Jodenvervolging is de Holocaust.        Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog vond systematische Jodenvervolging en genocide plaats door de nazi's en hun bondgenoten. Hierdoor kwamen ongeveer 5,7 miljoen Joden om het leven, waarvan 102.000 tot 104.000 Nederlandse Joden. In Oost-Europa werden de Joden grotendeels vermoord tijdens massa-executies, terwijl de West- Europese Joden grotendeels via doorgangskampen  werden getransporteerd naar vernietigingskampen  in Oost-Europa om daar te worden vergast. ( Citaat Oorlogsbronnen )