Phida Wolff

Phida Wolff administrateur van Feyenoord

De Duitse historicus Dr. Volker Issmer

De Duitse historicus Dr Volker Issmer  schreef ondermeer:

Nederlanders in 't Verdoemde Land

Ooggetuigenverslagen van Nederlandse dwangarbeiders in Osnabrück en omgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog

Uitgegeven door het Landschaftsverband Osnabrücker Land e.V.

ISBN 3-9805661-0-2

Verkoolde boomstammen  die werden aangebracht aan het pand van het  Arbeitserziehungslager  Augustaschacht te Ohrbeck is een kunstwerk van de Duitser Volker Trieb

Links boven de martelkamer het zogenaamde "Schuurtje " je kwam er nooit meer levend uit !

Bij het lezen van het boek : "Nederlanders in 't Verdoemde Land "uitgegeven door de de Duitse historicus  Dr Volker Issmer staat het navolgende beschreven.

Citaat

Phida Wolff werd in 1906 in Amsterdam geboren. Hij werkte daar voor de Telegraaf als redactie-stenograaf in de jaren twintig, maar verhuisde in 1934 naar Rotterdam om daar boekhouder en secretaris van de landelijk bekende voetbalclub Feyenoord te worden. 

Dit werd zijn nieuwe thuis, waar hij ook nu nog als gepensioneerde samen met zijn vrouw woont. Hij was en is nog altijd een bekende en populaire persoon, wat onder andere blijkt uit een uitvoerig artikel dat ter ere van zijn negentigste verjaardag op 16 november 1996 in het Rotterdams Dagblad verscheen.

Toen de Duitse bezetter op 10 en 11 november 1944 zijn beruchte razzia’s hield , had hij zeker de mogelijkheid gehad om ontheffing te vragen. Hij deed dat niet en ging dus ook mee op transport, zodat niet na de oorlog gezegd zou worden dat Wolff een fascist is , een Nazi en dat hij daarom niet naar Duitsland hoefde.

Wolff kwam in Osnabrück terecht en werd daar in het Holländer-Lager in de Wittekindschule geplaatst. Zijn Arbeitseinsatz bij de Reichsbahn was vooral het aanbrengen van transportbriefjes als Zugbekleber in Lüstringen , een dorp dat tegenwoordig een voorstad van Osnabrück is en aan de spoorlijn Osnabrück-Hannover ligt. De gedichten in dit boek ontstonden tijdens de in totaal zes maanden die hij in Osnabrück was. Terwijl ze voor de Duitse bewakers zorgvuldig geheim werden gehouden wisten Wolffs kampgenoten aan wie de gedichten zijn opgedragen, van hun bestaan. Ze volgden het ontstaan van de gedichten met veel interesse en betrokkenheid en redden de verzameling zelfs van de ondergang : toen een bom in het kamp insloeg en de koffer met de gedichten diep onder het puin lag, ruimden de vrienden met veel moeite de troep weg en konden het stuk bagage tenslotte in veiligheid brengen. Na terugkeer werden de gedichten in een kleine oplage van 100 of 200 exemplaren , hoeveel kan niet meer worden nagegaan , in Rotterdam uitgegeven en vooral onder de voormalige kampgenoten uit Osnabrück verdeeld. Daarna raakten ze in de vergetelheid tot Adriaan van Deutekom , een voormalige dwangarbeider die in Kassel tewerkgesteld was en die al sinds vele jaren informatie verzamelde over de Reicheinsatz van Nederlanders, de gedichten in een archief ontdekte. Phida Wolff  bezat op dat moment geen exemplaar meer van zijn dichtbundel. Bij een bezoek aan Phida Wolff in Rotterdam in augustus 1996 gaf deze toestemming zijn gedichten opnieuw te publiceren in het geplande boek. Een deel van de gedichten is reeds gepubliceerd in het boek Van Riga tot Rheinfelden van Karel Volder dat is uitgegeven bij de Stadsuitgeverij in Amsterdam ( Amsterdam 1996 ). De titel van het boek  Osnabrücker Pumpernickel , komt van een roggebrood dat ook tegenwoordig nog een specialiteit van de stad is. In een interview tijdens het bovengenoemde bezoek vertelde de auteur alleen , dat hij dit brood in zijn kamptijd had leren kennen en aan een bakker geïnteresseerd had gevraagd, wat er allemaal in zat ....

Osnabrücker Pumpernickel 

Een verzameling pretentieloze versjes over het Duitse kampleven

door Phida Wolff Jr.                                                                                                                          

Opgedragen aan mijn lagermakkers in de Wittekindschule te Osnabrück.

Ter inleiding

Het is op verzoek van vele Lagerkameraden, dat ik er toe ben overgegaan de hiervolgende versjes tot een bundel te verenigen. Over het algemeen zijn het pretentieloze rijmpjes en wanneer hier en daar de zinsvorming en woordkeuze waarschijnlijk wat al te plastisch blijkt moet men dit toeschrijven aan de omstandigheden waaronder wij leefden en ..... werkten ( ? ) Het is begrijpelijk , dat de herinneringen , die wij aan het Duitse Lagerleven  hebben, niet van prettige aard zijn en dat we alles, wat we hebben moeten doormaken zo spoedig mogelijk hopen te vergeten. Niettemin waren er toch dingen en voorvallen , die mij noopten in m'n pen te klimmen en in een versje samen te vatten. Inderdaad we hebben niet onder bepaald  opgewekte omstandigheden geleefd en geslapen , de lichamelijke verzorging was beneden alle peil, om over de geestelijke maar niet eens te spreken. De 5 maanden - van de beruchte Novemberrazzia af tot half April 1945 - in Duitsland waren geen aangename tijden, doch wanneer we deze periode vergelijken met die waarin zoveel andere Nederlanders in 't Verdoemde Land vertoefden, mogen wij het Lot dankbaar zijn dat dit ons voor erger heeft behoed. Deze verzameling van "Lagerversjes" heb ik de titel van "Osnabrücker Pumpernickel " gegeven en zij meer gezien als een herinnering aan een boze tijd dan als een wezenlijke opluistering van d'een of andere particuliere boekerij. Indien men ze wil aanvaarden zoals men mijn in kranten en periodieken verschenen sportversjes heeft geaccepteerd ben ik reeds tevreden. Ik had er aardigheid in deze gedichtjes te vervaardigen , velen hebben in het donkere tijdperk onzer 'verbanning' er via voorlezing met een lach en soms een stille snik kennis van genomen, wellicht dat ook anderen thans op hun beurt er iets aardigs in zullen vinden. 

De Schrijver   Rotterdam , Nov. 1945  

A.Z. ! 

Als je in het Duitse Lager

Een iets onvertogens doet

Word je aanstonds kaal geschoren 

En met het A.Z. beboet.

Arbeitszucht is concentratie

En wat dat daarginder is

Kunnen velen nooit meer zeggen ...

Doodgegaan in droefenis.

's Morgens vroeg klinken bevelen 

En als je maar even wacht

Worden je een aantal slagen 

Met de knuppel toegebracht.

Af en toe mag je je wassen

En je krijgt een korstje brood

Maar na amper twee, drie weken

Lijk je wel de Gore Dood.  

Werken moet je lange dagen

Met eenzelfde luizentroep,

Je krijgt brood , een bitter beetje ,

En nog minder watersoep.

Als je ziek wordt, geen erbarmen,

Werken moet je in Het Rijk,

Het A.Z. verlaat je meestal

Als een schim, een spook , een lijk.

Hoe kan in 'n beschaafde wereld 

Zoveel ergelijks bestaan,

Duitsland heeft zich door die Lagers

Met de grootste schand'  belaân.

Kommer , zorgen, luizenplagen

Zij vergalden alle pret

En de Orgie van de Misdaad

Culmineerde in 't AZ !  

                                                                                                                                               Osnabrück , 15 Februari 1945

Einde citaat

Mijn vader Hendrik Willem Gaertman heeft het AZ niet overleefd. Het is mensonterend wat zich daar zoal heeft afgespeeld. Een jongen van 19 jaar   ( waarvan de naam niet bekend is ) heeft mijn moeder over de dood  van haar man na de oorlog geïnformeerd . Als je zou weten wat zich daar heeft afgespeeld dan valt het te begrijpen, dat met dit gegeven hij niet meer verder wilde leven. Wat Mensen , Mensen aandoen !  Zo werd  het maatje van mijn vader tijdens de razzia's , de heer Willem Mathijs Osthoffgeconfronteerd met een enorm trauma. Het huwelijk kon daardoor geen stand meer houden. In 1993 na het overlijden van mijn broer Jan heb ik haar - op verzoek - bezocht en heeft zij mij het een en ander verteld over de situatie aldaar en hoe verder na  zijn terugkomst uit Duitsland. Bij het horen van dit alles vraag je je af wat voor soort vader je had teruggekregen als hij dit alles had overleefd ? Tientallen jaren is dit doodgezwegen, maar dit kon natuurlijk geen stand houden. Je verbaast je wanneer je tijdens een  Razzia bijeenkomst in het Feyenoord stadion een oud-klasgenoot Herman Post ontmoet.

Wij zaten op de foto naast elkaar op de Heilig Hartschool aan de Bree in Rotterdam Zuid en wij wisten niet van elkaar dat onze vaders het Arbeitserziehungslager Augustaschacht niet hadden overleefd. Er werd niet over gesproken , daar één ieder met zijn eigen opbouw bezig was. Achteraf bezien , ongelofelijk ! Na 70 jaar kom je hier achter. En dan Phida Wolff jr. Hij schreef in het weekblad “Het Zuiden “  onder het pseudoniem Flip van Amstel, welk blad werd verspreid onder de bewoners van Rotterdam Zuid. Hij beschreef daarin de verrichtingen van Feyenoord en de amateurverenigingen in de regio, zo ook Spartaan ‘ 20. Als 17 jarige jongen debuteerde ik in het eerste elftal van Spartaan’20. Op dat moment had Spartaan ‘20  dan ook 20 seniorelftallen en was naar amateurbegrippen een grote vereniging aan de Oldegaarde op Rotterdam Zuid. Phida Wolff schreef regelmatig over Spartaan ‘20 en wat mij opviel was dat  ik veelal een goede recensie kreeg. Op 17 jarige leeftijd heb ik overschrijving gevraagd naar Feyenoord omdat de club en de Kuip mij zeer aantrok. Ik was veelal op Varkenoord te vinden om met mijn vriendjes te kijken naar de jeugdelftallen. Op 20 jarige leeftijd stond ik dan ook reserve bij de bekerwedstrijd Feyenoord- SVV op 1 januari  1961. De trainer bij Feyenoord was toen George Sabotka en Jan Hordijk maakte toen zijn debuut. Er was toen nog geen tunnel en er waren 45.000 toeschouwers. Phida Wolff heeft mij gekend en heeft daarover nooit met één woord over Duitsland gerept. Heeft hij het geweten of wist hij het niet ? Wel schrijft hij over het A/Z.  Het zijn allemaal vragen die onbeantwoord blijven, maar waar je graag een antwoord op zou willen hebben.

Tekst : Hendrik Willem Gaertman

 

Dit is een foto uit oktober 1962. 's Zondags om 12.00 uur waren wij sparringpartner voor Feyenoord in de kuip. De woensdag daarop speelde Feyenoord zijn beslissingswedstrijd tegen Servette ( derde ontmoeting ) die met 3-1 werd gewonnen, waardoor de tweede ronde werd bereikt. Gewoon 15.000 toeschouwers !

 

Ona - Spartaan '20  1962 - Bij ONA speelde Dick van Dijk nog mee die later naar Ajax is gegaan. De uitslag was 0-0 in 1962 en wat me nog bijstaat is dat onze grensrechter werd gemolesteerd ( Paultje Boom ) door toeschouwers in Gouda voor het vlaggen. Binnen de korste keren was het veld bezaaid met toeschouwers. Het mooiste komt nog. Voor aanvang van de wedstrijd stond er op de middenstip een nieuwe fiets en de trekking van deze loterij zou na de wedstrijd plaatsvinden. Dat gebeurde ook en de winnaar was onze voorzitter Bas van Dongen. Het was een heel gedoe om die fiets in de bus te krijgen en uiteindelijk is dat gelukt. Bij vertrek werd de bus met stenen bekogeld. Dat was me wat voor die tijd ! 

Het doelpunt in de wedstrijd Spartaan '20 - CVV aan de Oldegaarde te Rotterdam Zuid in de openingswedstrijd 1962 hoogste klasse amateurvoetbal - toeschouwers 5.000 !

Ad van Liempt - De Oorlog

Ad van Liempt ( 1949 ) was hoofdredacteur van NOVA, oprichter en eindredacteur van Andere Tijden en chef geschiedenis bij de nps. In zijn boek de Oorlog met ondermeer medewerking van historisch adviseur van prof dr Hans Blom , oud -directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, schrijft hij het navolgende :

Citaat

Sommigen hielden hun belevenissen bij in dagboeken. Er was er ook een die van alles wat hij beleefde een gedicht maakte, waarbij hij de concentratie kon opbrengen om al die regels in kloppend metrum te vatten. De dichter was onder andere , vanuit zijn schuilkelder , getuige van het bombardement op het kamp

( Lager) waar hij maanden in gezeten had :

"Zo is dan ten langen leste 

ook ons Lager heengegaan, 

Boze Britse bommen hieven

er hun kille doodszan aan.

In de tijd van twee minuten , 

zolang duurde 't hele feest, 

ging ons schoolgebouw ter ziele

en was er voorgoed geweest."

Eerder had hij al een gedicht gewijd aan de wreedheid van de Duitse bewakers in het kamp, waar het eten slecht was en geen enkel menswaardig bestaan mogelijk leek. Dat gedicht begon zo : 

A.Z. !

 

"Als je in het Duitse Lager

eens iets onvertogens doet

word je aanstonds kaal geschoren 

en met het AZ beboet.

Arbeitszucht is concentratie

en wat dat daarginder is 

kunnen velen niet meer zeggen........

doodgegaan in droefenis.

's Morgens vroeg  klinken bevelen

En als je maar éven wacht

Worden je een aantal slagen 

Met de knuppel toegebracht.

Af en toe mag je je wassen 

En je krijgt een korstje brood 

Maar na amper twee, drie weken 

Lijk je wel de Gore Dood

Werken moet je lange dagen

Met eenzelfde luizentroep, 

Je krijgt brood, een bitter beetje,

En nog minder watersoep,

Als je ziek wordt, geen erbarmen,

Werken moet je in Het Rijk,

Het A.Z. verlaat je meestal 

Als een schim, een spook , een lijk

Hoe kan in een beschaafde wereld 

Zoveel ergerlijks bestaan, 

Duitsland heeft zich door die Lagers 

Met de grootste schand 'belaân 

Kommer , zorgen, luizenplagen 

Zij vergalden alle pret

En de Orgie van de Misdaad 

Culimineerde in 't A.Z. !

Osnabrück, 15 februari 1945

 

 

Einde Citaat