Der Inhalt dieser Website ist urheberrechtlich geschützt! ©
Le contenu de ce site est protégé par le droit d'auteur ©
De inhoud van deze website is copyright ! ©
The content of this website is copyright ! ©

Het Mahnmal te Ohrbeck op ca. 8 km van Osnabrück. In Duitsland spreekt men over een Mahnmal.  Mahnmal is een Duits woord met ongeveer de betekenis : waarschuwend of vermanend monument. Het is een combinatie van mahnen ( vermanen, waarschuwen ). Let op ! 

 

Denkmal is in feite een gedenkteken. Deze term is vooral na de Tweede Wereldoorlog in het Duits in zwang gekomen.

 

 

 

 

Links mijn vader Hendrik Willem Gaertman die op 36 jarige leeftijd is omgekomen. Benoem het zoals het daadwerkelijk heeft plaatsgevonden , hij is op gruwelijke wijze vermoord. 

        Gedicht geschreven door de  pastor in de palliatieve zorg          

                     Marinus van den Berg

 

                                           getiteld 

 

                 Hendrik Willem  Gaertman

 

 

Je bent geen nummer

Je bent een mens

Je was mijn vader

Je blijft mijn vader

 

Je moed 

Je durf

Je verzet tegen onrecht

leeft in mijn hart

 

Je bent geen nummer om te vergeten

Je bent een verhaal om te onthouden

Een verhaal om verder te vertellen

 

Jouw moed

Jouw durf

Jouw verzet in angstige tijden

Mag niet vergeten worden

 

Wat toen gebeurde

gebeurt weer

Mensen met moed en durf

met het hart op de goede plaats, brengen hoop.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op deze foto staat  hier beneden het Arbeitserziehungslager "Augustaschacht"  te Ohrbeck nabij Osnabrück en aan de rechterzijde van de spoorbaan het Mahnmal.

Foto : Hendrik Willem Gaertman Jr.

 

Het Arbeitserziehungslager Augustaschacht ( AEL) te Ohrbeck

Ten zuidwesten van Osnabrück ligt, nog zichtbaar vanuit de stad, een heuvelrijen de naam  Hüggel  die omgeven is door drie                        gemeenten : Georgsmarienhütte , Hagen en Hasbergen. Dat in dit heuvelgebied vroeger veel mijnbouw heeft plaatsgevonden , is nu              nog te zien aan de vele oude steengroeven en mijngangen. In de 19e eeuw nam Klöckner-Werke Georgsmarienhütte de exploitatie van de ertsen uit de Hüggel over en bouwde voor dat doel in de buurt van de berg een aantal industriecomplexen en legde tevens spoorverbindingen aan. Aan de noordzijde van de Hüggelschlucht, omgeven door een klein bos, staat één van die gebouwen. Het is een soort groot fabrieksgebouw, dat direct naast de Hüttenbahn, de spoorverbinding naar Osnabrück ligt : de Augustaschacht, het oude pomphuis aan de Hüggel.


Aan de linkerzijde het gebouw Augustaschacht ( Arbeitserziehungslager ) waar de dwangarbeiders werden ondergebracht. De verkoolde boomstammen die werden bevestigd aan het gebouw behoren tot het kunstwerk van de Duitse kunstenaar Volker Trieb. Mahnmal is een Duits woord met ongeveer de betekenis : waarschuwend of vermanend monument. Het is een combinatie van mahnen ( vermanen, waarschuwen ).                                 

 

 

 

Foto Hendrik Willem Gaertman Jr.

Dr. Volker Issmer   Historiker 2007

 

Foto H.W.Gaertman Jr. gemaakt tijdens mijn 3 daags bezoek aan Osnabrück en omgeving op verzoek van Duitse autoriteiten in 2007.

Gewagte Begegnung 

Deze foto is gemaakt door een medewerker van de Osnabrücker Zeitung tijdens het 3 - daags bezoek aan de fabriek van Klöckner Werke in Georgsmarienhütte in 2007.

Staand op de achterste rij  van links naar rechts

De heren Rien Hofstra zoon van Piet Hofstra, Reijer van Kralingen helaas in 2023 overleden hij was mijn steun en toeverlaat en  voetbalmaatje van H.W.Gaertman,  Dr. Klaus Lang Arbeitsdirektor Klöckner Werke en Dr. Volker Issmer  Historiker helaas in 2023 overleden.

Op de voorste rij van links naar rechts

Dr Michael Gander Geschäftsführer Arbeitserziehungslager Augustaschacht, Hendrik Willem Gaertman vernoemd naar mijn vader, de heer Piet Hofstra overlevende helaas inmiddels overleden, Wilfried Hülsmann Klöckner Werke, Jules Schenck de Jong overlevende inmiddels helaas overleden, zijn vrouw Lea Schenck de Jong en mevr. Nelly Rölker.

 

 

De verkoolde boomstammen die werden bevestigd aan het gebouw behoren tot het kunstwerk van de Duitser Volker Trieb.  In dit gebouw , dat destijds in de gemeente Ohrbeck lag en nu bij Hasbergen hoort, richtte de Gestapo Osnabrück begin 1944 een Arbeitserziehungslager (AEL) in, dat in de documenten uit die tijd ook als Arbeitszuchtlager (AZL) Ohrbeck vermeld staat.
De Duitse Historicus Dr. Volker Issmer  heeft , in opdracht van het Landschaftsverband Osnabrücker Land e.V. in samenwerking met Koert Braches, uitgegeven :

                    “Nederlanders in ’t Verdoemde Land. “                                                                        

Men vindt daarin ooggetuigenverslagen van Nederlandse dwangarbeiders in Osnabrück en omgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog. 

Het is geen toeval dat de Nederlanders in het gebied Osnabrück op het totaal van de buitenlandse arbeidskrachten ( ook wel Fremdarbeiter genoemd ) een grote groep vormden. Osnabrück was een belangrijke Nordwestduitse handels- en industriestad waar vele duizenden dwangarbeiders tewerk werden gesteld.

De brochure Ein anderen Stadtführer, Verfolger Zürich Zeit des Nationalsozialismus in Osnabrück spreekt over meer dan 12.000 krijgsgevangenen en dwangarbeiders.

Begrijpelijkerwijze benutte Osnabrück het dichtstbijzijnde reservoir voor arbeidskrachten namelijk Nederland.                                                                        Het feit dat Nederland als buurland zo dichtbij lag maakte het op korte termijn mogelijk , zonder grote transportproblemen , werkkrachten te mobiliseren. In Osnabrück waren de Nederlanders tenslotte nog bijna op gezichtsafstand van Nederland,                        “in den vreemde “.                          En ook niet onbelangrijk er waren minder taalproblemen ! Van Duitse zijde verwachtte men van de Nederlanders      een grotere bereidwilligheid en arbeidsprestatie. Naar het tewerkstellen van Nederlanders en andere dwangarbeiders in en om  Osnabrück is tot de jaren tachtig geen uitgebreid onderzoek gedaan en met mondjesmaat kwamen gegevens boven water.                 In 1942 werden talrijke dwangarbeiders uit het Oosten naar de fabriek van Klöckner Werke in Georgsmarienhütte overgebracht.                                                                                                                                                         

De Franse krijgsgevangenen die reeds in de fabriek waren ondergebracht, werden gevolgd door Russen en een jaar later door Italiaanse geïnterneerden.

Russische burgerarbeiders werden tewerkgesteld in de walserij, in de steenfabriek, in de containerbouw        en in de machinefabriek. Als gevolg daarvan werd het aantal arbeidskrachten in de loop van de laatste oorlogsjaren massaal uitgebreid.

De meerderheid bestond echter uit gedeporteerde buitenlanders en krijgsgevangenen die als dwangarbeiders werden gebruikt.         

In de taal die veel fabrieksarbeiders destijds gebruikten, werden zij "buitenlandse arbeiders" of "buitenlandse arbeidskrachten" genoemd, waarmee de ware aard van het hele systeem werd gebagatelliseerd.

In 1944 waren in het toenmalige district Osnabrück ongeveer 30.000 vrouwen, mannen en kinderen tewerkgesteld. Waar woonden zij?   Er zijn nu ongeveer 600 kampen bekend, hetgeen maar een deel is van het totale aantal. Zo waren er Burgerwerkkampen,Krijgsgevangenen-kampen, Strafkampen, Concentratiekampen en hun externe commando’s, opvoedingswerkkampen /tuchtwerkkampen   en speciale werkkampen voor joden. Binnen het kampensysteem hebben de zogeheten “Arbeitserziehungslager”                             (  opvoedingswerkkampen ) een bijzondere plaats.                                                                           

Het waren speciale kampen waar dwangarbeiders leefden als in concentratiekampen en door werk en willekeurige  bestraffing werden gedisciplineerd ( vermoord ). Als ze overleefden werden ze teruggestuurd naar hun eigen kampen en werkgevers.   

 

Het verassingseffect was dan ook minder groot. In november 1944 was het zuiden van Nederland bevrijd en was de slag om Arnhem mislukt. Nederland kreeg te maken met de spoorwegstaking en de hongerwinter stond voor de deur. Het was in die tijd bar en bar koud. De motieven van de Duitse bezetter om de mannelijke bevolking van Rotterdam af te voeren was onduidelijk. De officiële reden was arbeidsinzet , maar het vinden van werk voor deze mannen was een groot probleem. Mogelijk speelde angst van de Duitse bezetter een belangrijke rol bij het naderen van de Engelse troepen. Daarnaast schuwde men gewapende verzetsacties.                                                                                                     

Van de opgepakte mannen uit Rotterdam en Schiedam vertrokken er circa 20.000 te voet richting Utrecht en nog eens ca 20.000 werden per Rijnaken vervoert en ca 10.000 per trein. De Augustaschacht: het bijna vergeten Arbeitserziehungslager Ohrbeck. ( lees concentratiekamp ) is tientallen jaren doodgezwegen , maar dit kon natuurlijk geen stand houden. Het is de grote verdienste van de Duitse historicus      Dr. Volker Issmer geweest die hier heel veel onderzoek naar heeft gedaan.

 

Meerdere boeken zijn van zijn hand verschenen te weten : “Das Arbeitserziehungslager Ohrbeck bei Osnabrück : eine Dokumentation/Volker Issmer. Herausgegeben vom Landschaftsverband Osnabrücker Land e.V. en Nederlanders in ’t Verdoemde Land “. Talloze mensen werden onder onwaardige omstandigheden ondergebracht in verschillende kampen (waaronder Augustaschacht) en velen stierven ten gevolge van martelingen en werden door de Gestapo vermoord. Dat laatste is mijn vader Hendrik Willem Gaertman overkomen. Vooral talrijke Russische gevangenen overleefden het wrede werk in de steengroeve op de Piesberg niet. Augustaschacht is de grote rode draad in ons gezin en het gevolg was dat ons gezin door dit alles uiteen werd gedreven. Mijn moeder, die stierf in 1953 tijdens de watersnood aan de gevolgen van een hersenbloeding, heeft dit alles niet kunnen verwerken. Van enige steun in die tijd was dan ook geen sprake. Na de oorlog had een ieder zo zijn eigen probleem en was bezig met zijn eigen opbouw.

Men huldigde veelal het standpunt niet achterom kijken maar vooruit. Achteraf bezien is dat misschien op dat moment wel goed geweest om te overleven maar het was natuurlijk een voorlopige oplossing ook wel te bezien als een lapmiddel.

 

Er zijn mensen die tegen je zeggen van : “Heb je het nog niet verwerkt ? Dit soort dingen verwerk je niet, je moet proberen er mee om te gaan en trachten het een plaatsje te geven in je verdere leven. Alles werd in feite weggestopt maar dat had ook te maken met de grote onzekerheid daar men niet wist wat in Duitsland had plaatsgevonden.

Als kinderen bleven wij achter in een stuurloos gezin. Wij moesten verder! Maar hoe ? Het is voor ons kinderen een heel moeilijke periode geweest om daarmede op te groeien. Dat heeft ook te maken met het gegeven, dat rondom Augustaschacht grote onzekerheid heerste omdat er weinig bekend was en hierover naar buiten werd gebracht. Zo schreef mijn oudste zus Henny ooit rond 1993 bijna 50 jaar later naar het Roode Kruis om aanvullende informatie over mijn vader. Maar veel verder kwam zij op dat moment niet. Het was alsmaar gissen wat daar exact had plaatsgevonden.

Het is de grote verdienste van Dr. Volker Issmer geweest die dit alles aan de kaak heeft gesteld.

Voor de Gestapo was Augustaschacht belangrijk omdat vandaar uit mensen te werk werden gesteld bij Klöckner Werke in Georgsmarienhütte.  Augustaschacht was een halte van de Hüggel-bahn.

Dat spoorlijntje vormde de verbinding tussen de grote dagbouwgroeven aan de noordkant van de Hüggel en de hoogovens in Georgsmarienhütte. Gaande in de richting Georgsmarienhütte passeerde de spoorlijn nog de Mathildenschacht en de Annaschacht .                                                                        Achter het arbeitserziehungslager Augustaschacht kwam het spoor samen met de Hüttenbahn, het traject dat vandaag de dag nog aanwezig is.

Aan de linkerkant bevindt zich het Arbeitserziehungslager Augustaschacht en aan de rechterzijde naast de spoorbaan ligt het Mahnmal , het monument waar de namen staan vermeld van de gevallenen waaronder ook kinderen van 3 , 6 en 9 maanden. Dat waren kinderen van Russische vrouwen die door de Nazi’s waren verkracht. Deze vrouwen konden niet terug naar Rusland met alle gevolgen van dien.                                                                  

De aangebrachte kunstwerken in de vorm van verkoolde boomstammen aan het pomphuis Augustaschacht en het Mahnmal zijn van de Duitse kunstenaar Volker Trieb.

                                      

Mijn vader Hendrik Willem Gaertman mocht met zijn maatje Willem Mathijs Osthoff aldaar werken met een pikhouweel aan één van de 5 ovens in Georgsmarienhütte.                               

De werkomstandigheden waren daar bizar. Het was daar bloedheet en er werd geslagen en geschopt naar willekeur. Je kon daar maar een bepaalde tijd door de hitte in de ovens doorbrengen. Men werd dan gelucht. Men had geen goed schoeisel om dit werk uit te voeren en de dorst als gevolg van de hitte was enorm. Ook de kledij was minimaal. Voordat men naar het werk ging mocht men ’s ochtends op de appelplaats om 5 uur twee uur naakt staan om vervolgens te worden natgespoten, let wel bij   12 graden vorst !                         

Dat kon op den duur geen mens volhouden. Daarbij speelde zich daar taferelen af die met geen pen zijn te beschrijven. Ik denk daarbij aan de Wassermoord waarbij een man voor de groep op de appelplaats een spoeling kreeg.

Men stopte dan een waterslang in iemands anus en deed vervolgens de kraan open tot het water uit iemands mond kwam.

De mensen die daar stonden op de appelplaats mochten geen emotie tonen , want dan was je zelf aan de beurt.  Je vraagt je af wat zijn dat voor mensen. Er liep daar een gek rond een zekere Alex Kalynschuk ( bijgenaamd Alex ) die zich daar op mensen uitleefde.

Eigenlijk zijn het geen mensen, want ze zijn nog erger dan beesten. Het zijn mensen door de duivel bezeten ! Zo ook komen er berichten binnen op je website waarvan je denkt hoe heeft zoiets kunnen gebeuren ? Mensen waren aan de diarree en moesten op de appelplaats naakt als hondjes achter elkaar zitten en de resten van zijn voorganger oplikken. Hoe verzin je zoiets ? Wat zijn dit voor mensen ?

 

Zo kreeg ik ook een bericht van Margreet van Gend, die reageerde op mijn website en waarvan ik een krantenartikel ontving van een interview in een Duitse krant over haar vader. Een vader om trots op te zijn ! Wij hebben dan ook geen idee wat deze mensen daar hebben doorgemaakt.

Het sadisme vierde hoogtij. Het schrijven en duidelijk maken aan mensen wat daar is gepasseerd heeft ook een preventieve werking voor de toekomst van onze kinderen. Daarnaast heeft het schrijven hierover voor mij persoonlijk ook een helende werking. Het kan toch niet zo zijn dat je na een bezoek ruim 60 jaar later nog wordt geconfronteerd met hakenkruizen op het monument waarop je vader staat.           

 

Het is van essentieel belang te vechten voor onze vrijheid en de opkomst van het neonazisme te bestrijden. De fakkel moet namelijk worden doorgegeven ! Een van de belangrijkste daders van het Arbeitserziehungslager “Augustaschacht” te Ohrbeck , de Oekraïense bewaker Alex Kalynschuk kon niet worden berecht. Op 2 maart 2000 schreef de Neue Osnabrücker Zeitung dat het openbaar ministerie in Osnabrück had besloten de vervolging te staken en het dossier te sluiten , omdat de aanklagers de identiteit en de woon- of verblijfplaats van de man niet konden achterhalen. Volker Issmer en Koert Braches deden in oktober 1996 aangifte tegen Alex Kalynschuk. Zij hadden door het onderzoek naar het kamp de beschikking over talrijke ooggetuigenverslagen waarin Alex, als een wrede en mensenverachtende bewaker, werd beschreven. Zelf heb ik nooit de behoefte gehad om in die richting enige actie te ondernemen. Wat er na 1945 gebeurde met Friedrich Kicker , de kampleider van Augustaschacht , is deels onduidelijk. Hij schijnt na de opheffing van het arbeitserziehungslager op 1 april 1945 te zijn ondergedoken, maar werd in mei 1945 geïnterneerd en kwam in 1948 voor een Engelse militaire rechtbank te staan.

 

Hij werd tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens moord op een Rus in Augustaschacht. Hij zat vijf jaar uit, daarna kreeg hij gratie. Hij schijnt daarna in Osnabrück te hebben gewoond. In de jaren 1964/1965 wordt zijn naam genoemd in het adresboek van de stad, daarna alleen nog de naam van zijn vrouw, met de toevoeging : weduwe. Karl Haas , lid van de Gestapo en verantwoordelijk voor het Arbeitserziehungslager Augustaschacht , werd na zijn arrestatie in juli 1945 drie jaar door de Engelsen gevangen gehouden.

In 1948 werd hij door het “Spruch gericht” ( de nazificeringsrechtbank ) Stade veroordeeld tot 3 jaar en vier maanden celstraf voor zijn lidmaatschap van de Gestapo en de SS. De krap 34 maanden die hij al gevangen zat werden hiervan afgetrokken , zodat de resterende straf nog maar zes maanden was. Hij stond daarna opnieuw terecht, dit keer voor een rechtbank voor zware delicten in Osnabrück, vanwege misdaden tegen de menselijkheid.

Hij werd veroordeeld tot vier jaar tuchthuis met aftrek van voorlopige hechtenis. Een gratieverzoek in 1951 werd afgewezen. Toch werd Haas al in 1953 uit het tuchthuis ontslagen wegens goed gedrag, zes maanden eerder dan de oorspronkelijke straf. Hij woonde daarna in Osnabrück en schijnt in 1967 of 1968 te zijn gestorven. Van de leiders van de 5e SS spoorbaanbouwbrigade is na de oorlog niemand ter verantwoording geroepen. Helmut Landau wist zijn functie als leider van een bouwbrigade met succes te verdoezelen en werd alleen voor zijn lidmaatschap van de SS veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar.

 

Anton Schettler, aan wie ten laste werd gelegd dat hij een opnieuw opgepakte Russische gevangene had doodgeschoten , werd dood verklaard en daarom nooit berecht.  De rattenlijn is de naam van de route die veel nazi-oorlogsmisdadigers gebruikten om na afloop van  de Tweede Wereldoorlog van Europa naar Zuid-Amerika te vluchten. De route liep via Genua in Italië. Op 1 mei 2007 maakte luchtvaarthistoricus Marc Diericx bekend, dat de KLM vlak na de Tweede Wereldoorlog hielp om gevluchte nazi's te laten overvliegen naar Zuid-Amerika.

Kennelijk draait alles om geld. Velen vluchtten zo via Zwitserland naar Uruguay en Argentinië. De KLM was echter in 1946 gewaarschuwd alert te zijn op voortvluchtige nazi's tussen de passagiers. En wat moet je denken van de rol van Pius XII ? Er werd een getal genoemd van circa 60.000 die van deze lijn gebruik hebben gemaakt.

Citaat uit het boek van Geert Mak in Europa – Reizen door de twintigste eeuw

Bij alle historische onderzoeken valt telkens weer op hoe gering in omvang de Gestapo eigenlijk was, met welk relatief klein apparaat , in vergelijking met bijvoorbeeld de latere Stasi in de DDR – de nazi’s het hele Duitse volk eronder konden houden.

De Stasi had ruim honderdduizend mensen in dienst om zeventien miljoen Oost-Duitsers te bewaken , de Gestapo kon volstaan met veertig- tot zestigduizend mensen voor een rijk van zo’n tachtig miljoen inwoners. Zoals elders in Europa konden verzetsgroepen meestal rekenen op een stille welwillendheid bij de rest van de bevolking , zo behield Hitlers bewind in Duitsland bijna tot het laatst toe een algemeen gezag. Sterker nog , door grote delen van de bevolking werd het regime hartstochtelijk gesteund, verzet was blijkbaar zo uitzonderlijk dat het gemakkelijk in de kiem kon worden gesmoord.

Propaganda werd graag geloofd , repressie was een kwestie van vaderlandsliefde , gehoorzaamheid was regel , klikken een patriottische plicht. In zijn reconstructie van de werking van de nazi-terreur beschreef Eric Johnson aan de hand van teruggevonden Gestapo-dossiers nauwkeurig de verfijning van het kliksysteem in een stadje als Krefeld , vlak bij de Nederlandse grens : een zestienjarig Joods dienstmeisje werd verklikt omdat ze een relatie had met een arische arbeider; een joodse huisschilder die grappen maakte over Hitler, werd aangegeven door een buurvrouw; een chauffeur briefde door dat zijn joodse baas illegale blaadjes uit Nederland had gesmokkeld.

 

Van alle Gestapozaken tegen joden bleek maar liefst 41 procent te zijn begonnen met klikken of een aangifte. Slechts 19 procent was aan het licht gekomen door activiteiten van de Gestapo zelf , 8 procent kwam bij naziorganisaties vandaan.

Bij een soortgelijk dossieronderzoek in Würzburg bleek dat zelfs 57 procent van de opgepakte joden was aangegeven door gewone Duitse burgers.) Einde Citaat uit het boek van Geert Mak in Europa – Reizen door de twintigste eeuw Pagina. 512.

Einde citaat

Theodorus Wilhelmus Antonius Slieker Geboren op 24 juni 1927 te Rotterdam Overleden op 14 maart 1945 te Osnabrück, Stadtkr. Osnabrück Beroep : Besteller P.T.T. Oorlogsslachtoffer is 17 jaar geworden en was dwangarbeider. Theo Slieker is als 17-jarige tijdens de razzia van Rotterdam op 11 november 1944 in zijn PTT uniform opgepakt. Omdat hij daarvoor al gevorderd was om deel te nemen aan de Arbeitseinzats maar daar geen gehoor aan had gegeven, werd hij voor straf naar het Arbeitserziehungslager ( AZ ) Ohrbeck/ Augustaschacht bij Osnabrück gestuurd welke door de Gestapo geleid werd.

Vanuit hier is hij samen met vele andere Nederlandse werkweigeraars te werk gesteld in de Staalfabriek Georgsmarienhütte en/of ingezet voor het puinruimen in Osnabrück als gevolg van geallieerde bombardementen. Hij staat ook op de stalen gedenkplaten bij wat nu de “Gedenkstätte Augustaschacht” heet. Hier is hij op circa 2 weken voor de bevrijding van Osnabrück overleden ten gevolge van de ontberingen en barre levensomstandigheden in het kamp aan wat de Duitsers “Herzschwache” noemden. Zijn naam leeft ook voort op het Ereveld in Loenen.

Bronnen:https://de.wikipedia.org/wiki/Arbeitserziehungslager_Ohrbeck https://www.tracesofwar.nl/sights/16060/Dwangarbeiderskamp-Ohrbeck.htm https://www.gedenkstaetten-augustaschacht-osnabrueck.de/Augustaschacht/ https://www.flickr.com/photos/buscape1969/2441949484/in/photostream/Sluiten

Bron: Nationaal Archief & internet

Geplaatst door Johan Verschoor op 10 mei 2019

 

Dit is een reconstructie van het aantal Lagers in de Tweede Wereldoorlog van Osnabrück en omgeving. Dit is een kopie van een foto die werd getoond bij mijn  3 daags bezoek aan Osnabrück en omgeving in 2007 op verzoek van Duitse autoriteiten. Dit verzoek ontving ik van Dr. Michael Gander ( de huidige Geschäftsführe van het Arbeitserziehungslager Augustaschacht ) in samenspraak met de historicus Dr. Volker Issmer ( schrijver van ondermeer  "Das Arbeitserziehungslager Ohrbeck bei Osnabrück en Nederlanders in  't Verdoemde Land ) en Dr. Klaus Lang  Arbeitsdirektor  Klöckner Werke in Georgsmarienhütte.

Wat mij wel opviel in het boekwerk "150 Jahre Stahl aus Georgsmarienhütte 1856 bis 2006" was dat men volstaat met één bladzijde over de periode 1942 tot 1945.  Op bladzijde 37 werden de Häftlinge van Augustaschacht als volgt beschreven :

    "1944 verstärkten sich die Fliegertätigkeit und damit die Beeinträchtigungen des Werksbetriebs durch Fliegeralarme" .                            "Bei den Bombardierungen erlitt das Stahlwerk in Osnabrück starke Schäden". "Für  die Beseitigung von Bombenschäden wurden u.a. auch      "einige der Häftlinge des beitszucht-Lagers ( AZ-Lager, Augustachacht) eingesetzt."

                      Het boekwerk bestond uit 279 bladzijden